Op de bewuste avond werd in het donker een tekst geprojecteerd die duidelijk zichtbaar was voor de mensen die op de snelweg reden. In de tekst werd onderscheid gemaakt tussen rassen. De tekst draagt aan personen met een witte huidskleur op om zich enkel voort te planten met personen met een witte huidskleur. Doen zij dit niet, dan leidt dit tot rassenmenging en dat staat volgens de tekst gelijk aan genocide van personen met een witte huidskleur. 

De rechtbank oordeelt dat de verdachten niet schuldig zijn aan (medeplichtigheid aan) groepsbelediging. De geprojecteerde tekst bevatte geen uitlatingen die een groep vanwege een specifiek kenmerk in hun eer of goede naam aanrandt of hen in een ongunstig daglicht stelt. Wel wordt de 56-jarige verdachte veroordeeld voor het aanzetten tot discriminatie en de 54-jarige verdachte voor medeplichtigheid aan het aanzetten tot discriminatie. De uitlatingen zijn erop gericht om personen tot bepaald gedrag te brengen en daarbij onderscheid te maken tussen rassen. De geprojecteerde tekst is niet gedaan in de setting van een publiek debat en draagt ook niet bij aan het voeren van een maatschappelijk debat.

Hoewel er in het kader van de vrijheid van meningsuiting veel gezegd mag worden, hebben de verdachten de strafrechtelijk toelaatbare grenzen met de projecteerde tekst overschreden. Het aanzetten tot discriminatie is een ernstig feit en de rechtbank neemt dit de verdachten kwalijk. De 56-jarige verdachte die de teksten heeft geprojecteerd krijgt een taakstraf van 40 uur. De 54-jarige verdachte die op de uitkijk stond voor auto's en fietsers krijgt een taakstraf van 20 uur.

Een derde verdachte wordt vrijgesproken. Hij heeft samen met de 56-jarige verdachte de tekst bedacht en hij heeft de projectie gefilmd. Zijn handelen kan worden aangeduid als medeplegen, maar aangezien dit niet aan hem ten laste is gelegd en de verdachte niet zelf heeft geprojecteerd, wordt hij vrijgesproken.