De voorzieningenrechter oordeelt dat de plaatsing van de man op de lijst niet onrechtmatig is. De man is in 2021 op de lijst geplaatst onder meer nadat bij de politie informatie naar voren was gekomen dat hij naar Zuid-Amerika zou willen vluchten om een celstraf in Nederland te ontlopen. Ook was er informatie dat handlangers de man tijdens een transport zouden willen bevrijden. Op verschillende momenten daarna is geconcludeerd dat die situatie nog steeds actueel was. Daarbij is ook in aanmerking genomen dat de man leiding gaf aan een criminele organisatie en daardoor het netwerk en financiële middelen zou hebben om een en ander te bewerkstelligen.
De voorzieningenrechter ziet geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de wijze waarop de betrouwbaarheid van de informatie is getoetst en de uitkomst daarvan. In de afgelopen twee jaar hebben zich geen incidenten hebben voorgedaan en zijn er geen nieuwe meldingen over vluchtrisico’s binnengekomen. Dat dit niet heeft geleid tot het oordeel dat de risico’s zijn geweken, vindt de rechter niet onbegrijpelijk.
In 2022 is daar informatie bijgekomen over een poging tot ontvoering van de schoonzoon van de man in verband met een geldschuld van de man. Volgens de Staat is er een risico dat de man die poging tot ontvoering wil vergelden of dat hij zelf gevaar loopt. Dat klemt temeer omdat nu het hoger beroep loopt van zijn strafzaak waarin mogelijk getuigenverhoren aan de orde zijn.
Alles overwegende oordeelt de rechter dat de Staat in redelijkheid kon besluiten tot verlenging van de GVM-status van de man in de categorie 'hoog'. De vorderingen van de man worden afgewezen.