De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een buitengewoon ernstig misdrijf, namelijk poging tot doodslag en het bedreigen van een getuige met de dood. Dat dit op klaarlichte dag en op de openbare weg gebeurde, getuigt niet alleen van een ernstige schending van de openbare orde, het draagt ook bij aan een gevoel van onveiligheid in de samenleving als geheel. De rechtbank rekent het de verdachte in hoge mate aan dat zij het slachtoffer heeft aangevallen en meermaals met een mes heeft gestoken voor de ogen van haar driejarige dochter. De impact van dergelijk geweld op een jong kind is groot en kan leiden tot langdurige psychische schade.
De verdachte meende niet anders te kunnen handelen. Ze moest het slachtoffer wel steken om zichzelf te beschermen omdat ze in een wurggreep werd gehouden. Er was volgens haar sprake van zogenoemde noodweer. De rechtbank oordeelt anders. Uit de verklaringen van getuigen blijkt dat de verdachte zichzelf in de situatie had gebracht en zij een mes bij zich had toen ze het slachtoffer aanviel. Gebleken is dat de verdachte lijdt aan PTSS door de voortslepende familieruzie, maar die stoornis heeft geen beslissende rol gespeeld bij het steekincident.
De rechtbank vindt een gevangenisstraf van vijf jaar passend en geboden. Daarnaast moet de verdachte het slachtoffer een schadevergoeding van ruim 26.000 euro betalen. Ook de dochter van het slachtoffer heeft recht op een schadevergoeding, te weten een shockschade, van ruim 3.000 euro.