Op camerabeelden nabij het park zijn de verdachte en het slachtoffer die avond rond 21.15 uur nog samen te zien. Dit is het laatste beeld waarop het slachtoffer levend wordt gezien.
Uit het forensisch pathologisch onderzoek van het lichaam van het slachtoffer volgt dat er uitgebreide letsels aanwezig waren. Er is geweld gebruikt tegen het hoofd met een voorwerp en er is sprake van verwurging of smoren. In de sloot naast het lichaam is een ijzeren staaf gevonden met bloed van het slachtoffer. Volgens het NFI zijn de letsels op de schedel van het slachtoffer zeer veel waarschijnlijker veroorzaakt met de ijzeren staaf dan met een willekeurig ander slagvoorwerp.
Op de kleding van de verdachte is ook bloed van het slachtoffer aangetroffen.
De raadsman schetste het scenario dat er, na de vechtpartij, ook een willekeurige derde kan zijn geweest die verder letsel aan het slachtoffer heeft toegebracht. Dit acht de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk. Dat komt door de aangetroffen bloedsporen en de aanwezigheid van de verdachte op en rond de plaats delict die avond. Ook berichtte hij aan getuigen dat hij het slachtoffer zou hebben gedood. Bovendien heeft hij in een afgetapt telefoongesprek gezegd dat er met een ijzeren staaf was geslagen terwijl de politie die informatie nog niet had gedeeld. De rechtbank oordeelt dat het niet anders kan dan dat de verdachte degene is die het letsel bij het slachtoffer heeft veroorzaakt.