De rechtbank oordeelt dat alle vier de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan deelname aan een criminele organisatie. De vier hadden een specifieke werkwijze waarbij meerdere personen waren betrokken die elk een eigen rol vervulden, vindt de rechtbank.
Twee verdachten hebben zich daarnaast schuldig gemaakt aan oplichting en afpersing. Dit blijkt volgens de rechtbank uit de timing en bewoordingen van de berichten die deze twee verdachten hebben gestuurd. De twee andere verdachten worden vrijgesproken van oplichting en afpersing. In het dossier zitten weliswaar berichten waaruit blijkt dat ze zich hebben beziggehouden met de financiële afwikkeling van de oplichting en afpersing, maar op basis van die berichten kan de rechtbank niet vaststellen dat de betreffende verdachten wisten van de oplichting en afpersing zelf.
De vier verdachten worden veroordeeld tot een gevangenisstraf, waarbij het onvoorwaardelijke deel van de gevangenisstraf gelijk is aan de duur van het voorarrest. De verdachten nu, jaren later, terug naar de gevangenis sturen, acht de rechtbank niet opportuun. Daarnaast krijgen alle verdachten een voorwaardelijke celstraf van 90 dagen. Dit moet een stok achter de deur zijn zodat ze niet opnieuw de fout in gaan. Ook worden de verdachten veroordeeld tot taakstraffen van 180 tot 200 uur en moeten zij het door hen wederrechtelijk verkregen voordeel terugbetalen. Het gaat om bedragen van 2.250 tot 15.000 euro.