De kantonrechter van de rechtbank in Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in de voorlopige voorziening van Breathomix tegen de Staat (Ministerie van VWS). Partijen zijn in mei 2021 met elkaar een overeenkomst aangegaan onder andere wat betreft de lease van apparaten voor blaastesten die corona kunnen vaststellen. Breathomix stelt in de hoofdzaak dat VWS die overeenkomst in september 2021 niet had mogen beëindigen en vordert schadevergoeding. In de voorlopige voorziening heeft zij als voorschot op de vordering in de hoofdzaak betaling van drie rekeningen gevorderd voor een bedrag van ruim 3 miljoen euro. Volgens Breathomix heeft zij dit bedrag op korte termijn nodig om de overlevingskans van haar bedrijf zeker te stellen. Zij kan de afloop van de bodemprocedure niet afwachten, omdat zij dreigt in liquiditeitsproblemen te komen.