De donor heeft de ouders van de donorkinderen bewust verkeerd geïnformeerd over het aantal kinderen dat hij als donor al had verwekt en van zins was te verwekken. Hij wist volgens de voorzieningenrechter dat deze informatie doorslaggevend was voor hun keuze om al dan niet voor hem te kiezen. Hij heeft volgens de voorzieningenrechter hierover bewust gelogen om de ouders te bewegen om hem als donor te nemen. Dit terwijl hij wist dat zij dat niet zouden doen als zij wisten hoeveel kinderen hij als donor al had verwekt en dat hij geen grens hanteerde in het aantal te verwekken donorkinderen. Al deze ouders zijn nu geconfronteerd met het feit dat de kinderen in hun gezin deel uitmaken van een enorm groot verwantschapsnetwerk, met honderden halfbroertjes en -zusjes, waarvoor zij niet hebben gekozen. De voorzieningenrechter acht het voldoende aannemelijk dat dit negatieve psychosociale gevolgen voor de kinderen heeft of mogelijk kan hebben. Het is daarom in hun belang dat dit verwantschapsnetwerk niet nog verder wordt uitgebreid.
Dat laatste is ook in het belang van de donorkinderen van de donor. De negatieve psychosociale gevolgen voor de kinderen kunnen inhouden: dat het moeilijk is om een relatie te onderhouden met zoveel biologische halfbroertjes en -zusjes, dat zij te maken krijgen met identiteitsproblematiek en (de vrees voor) een verhoogde kans op incest/inteelt.
Tegenover die zwaarwegende belangen van de donorkinderen en hun ouders acht de voorzieningenrechter de inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de donor beperkt.