De rechtbank stelt onder meer vast dat de verdachte deel heeft genomen aan het zogenoemde scenariogesprek, dat de verdachte daarna en de dag ervoor naar Amsterdam is gereisd en dat de verdachte op 26, 27 en 28 september heeft gebeld met de journalist van de NRC. Vlak voor plaatsing van het nieuwsbericht heeft ze contact gehad met de journalist, alsook met Bergkamp. De rechtbank oordeelt echter dat deze omstandigheden niet het overtuigende bewijs opleveren dat de verdachte de vertrouwelijke informatie heeft gelekt.
Zo waren er tijdens de vergadering, waarin het besluit tot het onderzoek werd genomen, tien personen aanwezig. Slechts twee van hen zijn gehoord; naar de andere aanwezigen is geen onderzoek verricht, waardoor niet duidelijk is geworden of zij een rol of relevante informatie hadden. Ook staat vast dat negentien personen direct of indirect op de hoogte waren van het besluit tot het onderzoek, maar dit aantal kan nog vele malen hoger liggen omdat politieke partijen die niet in het Presidium zijn vertegenwoordigd via een 'buddy-systeem' op de hoogte worden gehouden van lopende zaken. Bovendien is het vaker voorgekomen dat vertrouwelijke informatie vanuit de Tweede Kamer is gelekt. Uit de verhoren komt een beeld naar voren van een organisatie waarin maar weinig informatie daadwerkelijk vertrouwelijk behandeld wordt en blijft.
De verdachte is lange tijd niet als verdachte aangemerkt en kwam pas in beeld nadat uit nadere getuigenverhoren naar voren is gekomen dat zij degene is geweest die tijdens het scenariogesprek lekken aan de media als een van de scenario's noemde. Het is echter de vraag of hieraan doorslaggevende waarde kan worden gehecht, zeker gelet op haar functie en het feit dat dit soort scenariogesprekken niet ongebruikelijk was. Ook stelt de rechtbank vast dat de belastende verklaringen, van onder meer Arib, veel vermoedens en aannames bevatten. Tot slot oordeelt de rechtbank dat de verdachte weliswaar naar Amsterdam is gereisd op 27 en 28 september 2022, maar dat het allerminst vaststaat dat zij naar het gebouw van de NRC is gegaan.
Al met al staat vast dat er vertrouwelijk informatie is gelekt uit de vergadering van het Presidium, maar het overtuigende bewijs voor betrokkenheid van de verdachte ontbreekt. De verdachte wordt vrijgesproken.