Op 23 juni 2020 hadden de man en zijn vriendin urenlang ruzie in haar woning in Ede. De man verklaarde dat hij een waas voor zijn ogen kreeg. Hij voelde veel woede, waarna hij zijn vriendin aanviel, haar meerdere keren met haar hoofd tegen de muur sloeg en haar daarna 51 keer met een mes stak. Het slachtoffer overleed aan de gevolgen van haar verwondingen.

Volgens de rechtbank beroofde de man zijn 22-jarige vriendin opzettelijk van het leven. Levensdelicten zijn de ernstigste misdrijven die het Wetboek van Strafrecht kent. Het slachtoffer bevond zich in een kleine ruimte, waardoor zij zich lastig kon verdedigen. Dit maakt - volgens de rechtbank - dat haar laatste momenten zeer angstig moeten zijn geweest. De man bracht door dit misdrijf de familie en de vrienden van het slachtoffer veel verdriet toe.

Uit 2 verschillende onderzoeken blijkt dat de man verminderd toerekeningsvatbaar is. De rechtbank houdt hier rekening mee in de strafbepaling. Desondanks is een langdurige gevangenisstraf volgens de rechtbank passend. Daarnaast vindt de rechtbank de oplegging van de maatregel van tbs met dwangverpleging noodzakelijk, nu bij de man psychische stoornissen zijn vastgesteld waardoor de man een gevaar vormt voor de veiligheid van anderen. De straf die de rechtbank oplegt is gelijk aan de eis van het Openbaar Ministerie.

De vordering tot schadevergoeding van de moeder van het slachtoffer - van ruim 35.500 euro - wordt volledig toegekend. De vordering van de stiefvader van het slachtoffer wordt deels toegekend tot een bedrag van ruim 19.700 euro.