De man ging in de avond van 9 mei 2021 naar de woning van zijn ex-vriendin aan de Dragonstraat in Arnhem om met haar te praten. Hij was emotioneel omdat de relatie onlangs verbroken was. Aanvankelijk wilde de ex-vriendin de man niet binnenlaten, maar hij drong aan door op de ramen te bonzen en haar te bellen. Toen de ex-vriendin de man binnenliet, gaf zij aan dat zij niet alleen was. Haar nieuwe vriend was ook in de woning. De man zag de nieuwe vriend (het slachtoffer) bij de keukendeur staan en liep in zijn richting. Hij stak het slachtoffer toen 2 keer met een groot mes uit de keuken van zijn ex-vriendin. De man had daarna een woordenwisseling met zijn ex en vertrok. Diezelfde avond overleed het slachtoffer in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De man verklaarde dat het zwart voor zijn ogen werd nadat hij de nieuwe vriend van zijn ex in haar woning zag.

Dat de man het slachtoffer doodde door hem te steken, staat niet ter discussie. De vraag is of de man met voorbedachte raad handelde. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. De man had geen mes bij zich toen hij naar de woning van zijn ex-vriendin ging en wist ook niet dat het slachtoffer daar was. De man was bovendien maar 50 seconden in de woning en stuurde kort na het incident WhatsApp-berichten aan vrienden waarin hij schreef dat het zwart voor zijn ogen werd.

De rechtbank oordeelt dat de man door alle emoties niet goed heeft nagedacht over wat hij deed. De rechtbank spreekt de man daarom vrij van moord. Wel veroordeelt de rechtbank de man voor doodslag. De rechtbank volgt daarmee het standpunt van de officier van justitie en van de advocaat van de man.

De psychiater en psycholoog die de man onderzochten concludeerden dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is. Toch oordeelt de rechtbank dat in deze zaak een langdurige gevangenisstraf moet worden opgelegd. De rechtbank veroordeelt de man tot een gevangenisstraf van 10 jaar. Dat is minder dan de 12 jaar die de officier van justitie eiste omdat de rechtbank meer rekening houdt met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de man. Naast de gevangenisstraf, legt de rechtbank de man een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op. Als na het uitzitten van de gevangenisstraf blijkt dat de man nog behandeling nodig heeft, dan moet hij daaraan meewerken.

De man moet aan de moeder van het slachtoffer schadevergoeding betalen voor de kosten van de uitvaart en van het grafmonument. Ook moet hij schadevergoeding betalen voor het leed van de moeder. De man moet verder schadevergoeding betalen aan het 2-jarige dochtertje van het slachtoffer. Tot slot moet de man schadevergoeding betalen aan zijn ex-vriendin, omdat zij een posttraumatische stressstoornis opliep doordat zij getuige was van het steekincident.  Het gaat hierbij om een geldbedrag van ruim 68 duizend euro.