Beide mannen bekennen die dag op de parkeerplaats betrokken te zijn geweest bij een vechtpartij. Tijdens die vechtpartij is het slachtoffer gestoken met een mes, later die dag is hij aan zijn verwondingen overleden. De mannen die terecht stonden wezen elkaar aan als dader van het steken.

Voor de bewezenverklaring heeft de rechtbank te beoordelen welke verklaring zij geloofwaardig vindt. De rechtbank hecht het meeste waarde aan de verklaring die wordt ondersteund door camerabeelden en gedeeltelijk ook door de verklaring van een getuige.

De man die volgens de rechtbank heeft gestoken wordt veroordeeld tot 10 jaar gevangenisstraf. Deze straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie. Ook moet de man aan de nabestaanden schadevergoeding betalen voor de kosten van de begrafenis (dit is geen smartengeld).

De andere man krijgt geen straf. Hij wordt ontslagen van alle rechtsvervolging. Hij was wel betrokken bij de vechtpartij, maar heeft geslagen uit noodweer. Bovendien vindt de rechtbank niet bewezen dat het geweld dat deze man heeft gebruikt, de dood van het slachtoffer heeft veroorzaakt.