De man kreeg in december 2023 ruzie op de parkeerplaats van winkelcentrum Hatert in Nijmegen. Hij wilde zijn auto - waarin hij zat met de dochter van zijn vriendin - inparkeren, terwijl een drietal mannen (een vader met  2 zoons) achter zijn auto liep. Eén van hen tikte op de achteruit. De Rotterdammer stapte uit en er ontstond een vechtpartij. Toen het gevecht voorbij leek pakte de man een mes uit de auto en liep vervolgens achter 1 van de 3 mannen aan naar de ingang van een supermarkt. De 3 mannen hadden inmiddels een stok en stenen gepakt. Voor de ingang van de supermarkt bleef het bij woorden. De 3 mannen liepen terug naar de parkeerplaats. De Rotterdammer volgde hen. Op de parkeerplaats bleek dat de zoon van de vriendin van de Rotterdammer was komen aanrennen en dat hij inmiddels in gevecht was met de 3 mannen. De Rotterdammer mengde zich in de ruzie en stak 2 van de 3 mannen meerdere keren met een mes in het bovenlichaam. Eén van de slachtoffers werd (1 van de zoons) geraakt in zijn hart, long en andere vitale delen en overleed dezelfde avond aan zijn steekwonden. Het was een kwestie van toeval dat het andere slachtoffer (de vader) niet op vitale plekken werd geraakt.  Volgens de rechtbank is niet bewezen dat de Rotterdammer ook probeerde om de andere zoon met het mes te doden of zwaar te verwonden. 

De man verklaarde dat hij achter de mannen aanging omdat ze er niet mee weg mochten komen. Hij pakte het mes om zichzelf en de dochter van zijn vriendin te verdedigen. De rechtbank verwerpt het verweer dat de man handelde uit noodweer(exces). Het geweld kwam weliswaar niet alleen van zijn kant maar de geweldshandelingen van de man waren agressief en aanvallend en niet gericht op het verdedigen van hemzelf of van de dochter van zijn vriendin. 

Het gaat hier om 2 zeer ernstige misdrijven waarvan 1 met de ernstigst denkbare en fatale gevolgen. De fatale vechtpartij had een grote impact op de nabestaanden van het slachtoffer. Ook het andere slachtoffer dat steekletsel opliep (de vader) ondervindt daarvan grote gevolgen. De rechtbank houdt daarmee rekening bij de oplegging van de straf. De rechtbank neemt het de man verder kwalijk dat het steekincident plaatsvond in een druk winkelcentrum. Meerdere voorbijgangers waren getuige van het voorval. Aan de andere kant houdt de rechtbank er rekening mee dat de feiten, zoals ook uit het psychologisch onderzoek blijkt, in enigszins verminderde mate aan verdachte toe te rekenen zijn.

De rechtbank legt een gevangenisstraf van 11 jaar. Dit is iets lager dan de eis van 12 jaar. Dit komt onder meer omdat de rechtbank de Rotterdammer vrijspreekt van de nog door de officier van justitie ten laste gelegde openlijke geweldpleging tegen de 3 mannen. Dit zou hij samen met de zoon van zijn vriendin hebben gedaan. Dat zij bewust hebben samengewerkt is volgens de rechtbank niet bewezen. Daarnaast houdt de rechtbank er rekening mee dat zij de man ook nog een een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel oplegt. Dit om te voorkomen dat de man ná de detentie zonder behandeling terug keert in de maatschappij. 

Tot slot moet de man ruim 66 duizend euro schadevergoeding betalen aan de man die de steekwonden heeft overleefd en aan affectieschade voor directe nabestaanden van het andere overleden slachtoffer.