De straf is lager dan de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf van 16 jaar. Dit komt onder meer omdat de rechtbank moord niet bewezen vindt. Het dossier biedt geen aanknopingspunten van voorbedachte raad in de vorm van een vooropgezet plan om het slachtoffer te doden. Daarnaast moet voor voorbedachte raad vaststaan dat de vrouw enige tijd kalm en rustig kon nadenken over het besluit om de het slachtoffer te doden. De rechtbank oordeelt dat geen sprake was van voorbedachte raad.