In de nacht van 31 december 2017 op 1 januari 2018 werd naar aanleiding van een brandmelding in een appartement in Buren het levenloze lichaam van Nathalie Polak aangetroffen. Zij bleek om het leven te zijn gekomen door ernstig hersenletsel.  De man uit Tiel had haar meerdere keren heel hard met een wodkafles op haar hoofd geslagen, wat hij ook heeft bekend.

De man ontkende dat hij Nathalie heeft verkracht en dat hij brand heeft gesticht. Maar de rechtbank oordeelt dat er ook voor deze feiten voldoende bewijs is. Voor de verkrachting geldt dat de man geen geloofwaardige - en op sommige punten zelfs leugenachtige - verklaringen gaf voor de omstandigheden in het dossier die wijzen op verkrachting.  Volgens de rechtbank kan de man dit met geen andere reden hebben gedaan, dan met het doel om de waarheid - namelijk dat hij Nathalie heeft verkracht -  te verbergen.

Voor de brandstichting geldt dat er geen aanwijzingen zijn dat er de bewuste nacht naast de man en Nathalie nog anderen personen in de woning zijn geweest. Een van hen moet de brand dus hebben gesticht. De rechtbank vindt de verklaring van de man dat Nathalie benzine in de woning heeft gesprenkeld, niet geloofwaardig. Het is volstrekt onaannemelijk dat zij haar eigen woning, waar zij woonde met 1 hond en 2 katten, in brand zou willen steken. Daar komt bij dat de brandstichting wijst op de wil om sporen te wissen, een motief dat juist de man had.

De man maakte zich schuldig aan de zwaarste categorie misdrijven die de wet kent. Hij ontnam een jonge vrouw, die nog een heel leven voor zich had, haar leven. Daarbij komt dat hij haar kort voor haar overlijden op gewelddadige wijze heeft verkracht. De man bracht de familie en vrienden van Nathalie hiermee onbeschrijfelijk en onherstelbaar leed toe. Daarnaast bracht de man door brand te stichten de veiligheid van de overige woningen in het appartementencomplex en de op dat moment aanwezige bewoners in gevaar.

Bij deze zeer ernstige, gruwelijke feiten past volgens de rechtbank alleen een lange gevangenisstraf. Een gevangenisstraf van 18 jaar vindt de rechtbank passend en noodzakelijk. Deze straf is gelijk aan de eis van de officier van justitie. Deskundigen oordeelden dat de man tijdens de feiten stoornissen had. Als de man zonder behandeling terug zou keren in de maatschappij, bestaat er een hoog risico op gewelddadig gedrag. De rechtbank volgt de deskundigen hierin en oordeelt daarom dat het noodzakelijk is dat aan de man de maatregel van tbs met dwangverpleging wordt opgelegd. De officier van justitie had oplegging van deze maatregel geëist.

Tot slot moet de man een schadevergoeding van ruim 25 duizend euro betalen aan de ouders van Nathalie voor onder meer de kosten die zij hebben gemaakt voor de uitvaart en voor immateriële schade.