De rechtbank oordeelt dat de man de afscheidsberichten schreef en verzond. Zo klopt de inhoud van de berichten niet en past de inhoud - volgens getuigen - niet bij de schrijfstijl van het slachtoffer. Dit wordt bevestigd door een auteurschapsonderzoek, waaruit volgt dat het waarschijnlijker is dat de berichten door hem zijn geschreven dan door het slachtoffer. Daarbij kon de man geen geloofwaardige verklaring geven voor de simkaartenwissel tussen zijn telefoontoestel, dat van het slachtoffer en het toestel waarmee de berichten zijn verzonden, waarbij dat laatste toestel verbinding maakte met het IP-adres van zijn woning.
Verder is de man de laatste persoon die het slachtoffer op 29 december 2023 levend zag. Hij legde ook op cruciale punten wisselende en tegenstrijdige verklaringen af. Ook had hij niet alleen de gelegenheid, maar ook een (relationeel) motief.