Uit het onderzoek van de psycholoog en de psychiater blijkt dat de man een stoornis heeft. Volgens de psycholoog en de psychiater moet in deze zaak het jeugdstrafrecht worden toegepast. Daarbij zijn de handelingen volgens hen in verminderde mate aan de man is toe te rekenen. De rechtbank gaat hierin mee en vindt - gelet op het vastgestelde hoge recidiverisico van geweldsdelicten - een intensieve behandeling noodzakelijk.
Er is bij de man sprake van disfunctioneren op verschillende terreinen en eerdere ambulante interventies hebben niet geleid tot vermindering van het recidiverisico. Bovendien liep de man in een proeftijd. Daarom zal de rechtbank, conform de eis van de officier van justitie, de PIJ-maatregel opleggen. Daarbij moet de Nijmegenaar een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 1 maand alsnog uitzitten. Dit komt bij de 226 dagen jeugddetentie die hij nu opgelegd heeft gekregen.