Laden...

2 broers veroordeeld voor vechtpartij in Millingen aan de Rijn

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > 2 broers veroordeeld voor vechtpartij in Millingen aan de Rijn
Zutphen, 28 juli 2020

De rechtbank veroordeelt 2 broers uit Nijmegen voor mishandeling en poging tot doodslag bij een vechtpartij in Millingen aan de Rijn. De 43-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 34 maanden. Zijn 41-jarige broer moet een taakstraf van 70 uur uitvoeren.

Op 19 maart 2018 vond er een vechtpartij plaats bij een ijzerhandel in Millingen aan de Rijn waarbij de 2 broers en het slachtoffer betrokken waren. Uit het dossier blijkt dat het slachtoffer de 41-jarige man als eerste heeft geslagen. Tijdens de vechtpartij sloeg de 41-jarige man meerdere keren met zijn vuisten op (in ieder geval) het hoofd van het slachtoffer. Nadat het slachtoffer op de grond is gevallen sloeg de 43-jarige man hem vervolgens met een ijzeren voorwerp 3 keer op het hoofd.

Strafbepaling 41-jarige man

De 41-jarige man is schuldig aan mishandeling. Hij ging door met slaan en/of stompen tot het slachtoffer bewegingloos op de grond lag. De man maakt daarmee een inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De rechtbank spreekt de man vrij van het schoppen en trappen tegen het lichaam van het slachtoffer, aangezien dit onvoldoende uit het dossier blijkt. De man wordt ook vrijgesproken van het slaan met een voorwerp, omdat niet hij maar zijn broer dit heeft gedaan.

Strafbepaling 43-jarige man

De 43-jarige man oefende ernstig en potentieel dodelijk geweld uit op het slachtoffer. Iedereen weet dat het hoofd dusdanig kwetsbaar is dat,  als je daartegen met het zwaar ijzeren voorwerp wordt geslagen, de aanmerkelijke kans bestaat dat daardoor ernstig schedel- en hersenletsel met mogelijk de dood tot gevolg wordt veroorzaakt. In het voordeel van de 43-jarige man weegt de rechtbank mee dat het slachtoffer kennelijk uit was op een (gewelddadige) confrontatie.

Geen noodweer

De 43-jarige man deed een beroep op noodweer. De rechtbank vindt – kijkend naar de verklaringen – dat er geen gerechtvaardigde reden was om het op de grond liggende slachtoffer meerdere keren met een ijzeren voorwerp op zijn hoofd te slaan. De 41-jarige broer en de man waren niet meer in gevecht. Het slachtoffer lag op de grond en zijn broer was weggelopen naar een andere ruimte. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van een situatie dat de man mocht menen dat hij zichzelf of zijn broer moest verdedigen tegen een wapen, alleen omdat de man dacht dat het slachtoffer naar zijn broeksband zou hebben gegrepen.

Schadevergoeding

De rechtbank oordeelt dat - rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn en de mate van eigen schuld van het slachtoffer - een gevangenisstraf van 34 maanden passend voor de 43-jarige man en een taakstraf van 70 uur passend voor de 41-jarige man. Tot slot moeten de broers in totaal ruim 1.200 euro schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.

Uitspraken