De rechtbank vindt bewezen dat de Arnhemmer van april 2013 tot en met december 2014, samen met anderen, hypotheekverstrekkers heeft opgelicht. Hij verzorgde binnen zijn assurantiekantoor hypotheekaanvragen voor een aantal mensen, onder wie zijn stiefdochter en haar partner. Daarbij zijn valse werkgeversverklaringen, arbeidsovereenkomsten en loonstroken ingeleverd. Deze valse stukken moesten het beeld wekken dat sprake was dienstverbanden met een inkomen dat hoog genoeg was. Het waren fictieve dienstverbanden. Op basis van de valse stukken hebben de hypotheekverstrekkers geldleningen verstrekt van in totaal ongeveer 800 duizend euro. Die leningen zouden niet zijn verstrekt als de hypotheekverstrekkers op de hoogte waren geweest van het werkelijke (te lage) inkomen van de aanvragers.