De advocaat van de man deed een beroep op noodweer. De advocaat gaf aan dat het slachtoffer meerdere keren in de supermarkt en daarbuiten geweld gebruikte tegen de man. Volgens de advocaat sloeg de man alleen het flesje kapot om zich te verdedigen. Op enig moment kwam het flesje toen in aanraking met de hals van het slachtoffer.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit de camerabeelden van binnen in de Spar blijkt dat de man zelf de confrontatie met het slachtoffer opzocht. Uit geen enkele getuigenverklaring blijkt bovendien dat op het moment dat de man het flesje kapot sloeg en daarmee stak, er sprake was van een geweld van de kant van het slachtoffer. De man stak uit het niets zonder dat er een klap aan vooraf ging en zonder dat hij op dat moment in het nauw gedreven was.