De man heeft verschillende ongeloofwaardige verklaringen afgelegd over onder andere het aantal plunjebalen dat hij heeft ingeleverd, het moment dat hij voor het eerste hoorde over het onderzoek naar cocaïnesmokkel, het noemen van grote geldbedragen tegenover vrouwen en een gesprek dat hij met een andere man had. Dit gesprek ging volgens de man over shampooflessen, maar de militaire kamer gelooft dit niet. In het gesprek wordt namelijk gesproken over wanneer iets weg gaat en dat niemand iets mag weten of horen. Het is niet geloofwaardig dat dit over shampooflessen zou gaan en shampooflessen zijn ook niet tussen de spullen van de man gevonden.
De militaire kamer vindt op grond van dit alles bewezen dat de man de cocaïne in bezit heeft gehad en tussen zijn spullen heeft verstopt om het naar Nederland te laten smokkelen.