De vrouw kwam de dag na de bevalling in het ziekenhuis thuis en deed haar dochter in bad. Op dat moment kwam de kraamverpleegkundige met haar stagiaire de kamer in. Op grond van de verklaringen van deze getuigen stelt de rechtbank vast dat het kindje alleen in het badje lag, met haar hoofd onder water. De vrouw had het kindje niet vast en had haar rug naar het badje gekeerd. Enkele uren nadat het kindje uit het badje werd gehaald overleed zij. Toen de politie arriveerde, was het kindje al blauw en koud. Uit forensisch onderzoek door een patholoog volgt dat de dood van het kindje kan worden verklaard op basis van verdrinking met een uitgesteld overlijden. Ook onderkoeling kan hebben bijgedragen aan het overlijden. Van een andere doodsoorzaak is niet gebleken.