Hoewel de man tot twee keer toe schoot, vindt de rechtbank dat alleen bij het tweede schot sprake is van poging moord. De rechtbank gaat daarbij niet mee in de verklaring van de Arnhemmer. De man is een ongeoefend schutter, die die nacht alcohol had gedronken en die al rennend schoot op een wegrennend doelwit. Daarmee was sprake van een ongecontroleerd schot, met een grote kans dat hij het slachtoffer op een vitale plek zou raken. Ook is sprake van voorbedachte raad. Hij had toen hij het wapen ophaalde genoeg tijd om van dit plan af te zien. Ook nadat hij weer richting de horecazaak liep, na het schieten op deze zaak en tijdens het opnieuw tegen het lijf lopen van het beoogde slachtoffer, had hij voldoende tijd en gelegenheid om hiervan af te zien.