De rechtbank legt aan de man een taakstraf op van 120 uur op. Om de ernst van de bewezenverklaarde feiten te benadrukken, legt de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf op van 2 maanden, met een proeftijd van 3 jaren.
De rechtbank constateert dat bij de man problemen bestaan op het gebied van huisvesting en dagbesteding. Uit het dossier komt het beeld naar voren dat de man zich begeeft in het criminele milieu en daarmee mogelijk ook zijn inkomen verdient. Daartegenover staat dat de man op de zitting een voorzichtige opening heeft gegeven tot het aannemen van hulp. Dit is voor de rechtbank reden om te beslissen dat de man in gesprek moet gaan met de reclassering via een meldplicht.