De vrouw werd vrijgesproken van het belagen van haar schoonzus. Uit het proces-verbaal, de verhoren bij de rechter-commissaris, de tapgesprekken en de sms-berichten tussen de vrouw en haar schoonzus kan wel opgemaakt worden dat er in die contacten enige druk is uitgeoefend op de schoonzus. Maar dit was niet voldoende om te spreken van een dusdanige druk dat sprake was van beïnvloeding.
De rechtbank sprak de Apeldoornse ook vrij van het opmaken van een valse arbeidsovereenkomst voor haar zus. Dit kan niet bewezen worden en er valt niet uit te sluiten dat er daadwerkelijk een arbeidsrelatie heeft bestaan tussen het incassobureau en de zus.