Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen nam een besluit waarin staat dat de recreatiewoningen niet mogen worden gebruikt voor de tijdelijke bewoning van arbeidsmigranten. Als dat na de gestelde termijn nog wel gebeurt, dan moeten de eigenaren van de recreatiewoningen een dwangsom betalen.

Tegen de besluiten van de gemeente stelden onder meer de eigenaren en bewoners van de recreatiewoningen beroep in bij de rechtbank.
Om te voorkomen dat de bewoners de recreatiewoningen al moeten verlaten voordat de rechtbank uitspraak heeft gedaan, vroegen zij de voorzieningenrechter of de bewoners in de woning mogen blijven wonen totdat de rechtbank uitspraak doet.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het besluit van de gemeente rechtmatig is. De arbeidsmigranten wonen er in strijd met het bestemmingsplan en er is geen sprake van bijzondere omstandigheden waarom de gemeente van handhaving had moeten afzien. Dat verzoekers een andere visie hebben op de toekomst van het park dan de gemeente, betekent niet dat de gemeente niet mag handhaven. De problematiek rondom de huisvesting van arbeidsmigranten en het coronavirus zijn ook geen bijzondere omstandigheden waarom de gemeente van handhaving moest afzien. Het besluit van de gemeente is dus juist.

Maar omdat het gaat om veel recreatiewoningen waarvan de vele bewoners tegelijkertijd zouden moeten verhuizen, bepaalt de voorzieningenrechter dat niet iedereen er tegelijkertijd uit moet. Per maand zullen de bewoners van 10 recreatiewoningen de woning moeten verlaten.