De daders –bekenden van elkaar - kwamen in de nacht van 19 december 2021 via een ingeslagen raam de woning van het slachtoffer binnen. Zij kwamen de slaapkamer van de eigenaar binnen, terwijl hij lag te slapen. De mannen bedreigden het slachtoffer met het vuurwapen. De daders noemden het slachtoffer bij zijn voornaam en zeiden dat ze wisten dat hij geld had. Het slachtoffer en de daders raakten vervolgens in een gevecht, waarbij het slachtoffer flinke verwondingen opliep aan zijn gezicht. De daders namen een horloge en telefoon mee uit de woning. 

De man ontkende elke vorm van betrokkenheid bij de woningoverval. Volgens zijn advocaat zit in het dossier geen enkel bewijs waarmee de man op de plaats delict kan worden geplaatst. De rechtbank oordeelt daarentegen dat op basis van de bewijsmiddelen in samenhang gezien de verdachte een van de overvallers is en veroordeelt de man voor de woningoverval. 

Het slachtoffer is in de nachtelijke uren overvallen in zijn woning, waarbij grof geweld is gebruikt en zeer ernstige bedreigingen zijn geuit. Dit moet voor het slachtoffer angstaanjagend zijn geweest. Een woning is bij uitstek de plek waar iemand zich veilig moet voelen. Volgens de rechtbank gaat het hier dan ook om een ernstig feit en is een gevangenisstraf van aanzienlijke duur de enige passende reactie. De straf is conform de eis van de officier van justitie. 

De zaak van de medeverdachte behandelt de rechtbank op een later moment.