De man deed in 2021 aangifte van een poging tot afpersing na een afspraak via de app Grindr. Toen de politie daarop zijn telefoon onderzocht, zijn kinderpornografische afbeeldingen gevonden. Bij onderzoek in zijn woning heeft de politie meerdere laptops in beslag genomen waarop ook kinderporno stond. Ook troffen zij een grote hoeveel harddrugs aan. 

Volgens de man was de kinderporno ongewilde bijvangst van zijn online zoekgedrag naar legale porno. De rechtbank volgt de man niet en vindt bewezen dat hij opzettelijk kinderporno heeft gezocht. Dat blijkt onder meer uit de door hem gebruikte zoektermen waarmee bewust is gezocht naar jongens en tieners. Omdat de kinderporno is gezocht in een periode van meerdere jaren en op verschillende laptops, acht de rechtbank ook bewezen dat een gewoonte is gemaakt van het misdrijf. 

De rechtbank neemt de man kwalijk dat hij alleen oog heeft gehad voor zijn eigen behoeften zonder stil te staan bij de schadelijke gevolgen voor de afgebeelde kinderen. Daarnaast neemt hij geen verantwoordelijkheid voor zijn gedrag, maar verschuilt hij zich achter beheerders van pornowebsites die volgens hem hadden moeten voorkomen dat er kinderporno op de websites stond. Ook bagatelliseert hij het bezit en gebruik van drugs, terwijl drugs leiden tot overlast voor de maatschappij en gevaren voor de volksgezondheid.

De rechtbank vindt het daarnaast zorgelijk dat de man werkt als huisarts en dus regelmatig contact heeft met minderjarigen. De verdenking van kinderporno is wel bekend in de praktijk waar hij werkt, maar daar is niet besproken hoe daarmee vanuit professioneel oogpunt moet worden omgegaan. Het is ook niet duidelijk geworden of het handelen van verdachte een risico vormt op zijn werk als huisarts. Omdat het misdrijf niet is begaan in de uitoefening van zijn beroep, kan de rechtbank volgens de wet geen beroepsverbod opleggen. 

De rechtbank vindt het belangrijk dat wordt onderzocht hoe de man tot zijn gedrag is gekomen en dat hij daarvoor ook een behandeling ondergaat. De rechtbank legt daarom bij de gevangenisstraf van zes maanden ook een deels voorwaardelijke straf op. Omdat de man in het verleden al eerder met justitie in aanraking is geweest vanwege het bezit van kinderporno en destijds niet voldoende bereidwillig was om een behandeling af te ronden, legt de rechtbank een hogere voorwaardelijke straf op dan de officier van justitie heeft geëist. Daarmee heeft de man een stok achter de deur om geen nieuwe strafbare feiten te plegen en mee te werken aan de behandeling. De rechtbank verbindt aan de voorwaardelijke straf een proeftijd van 3 jaar.