De advocaat deed een beroep op noodweer. Het slachtoffer uitte die avond doodsbedreigingen naar de 41-jarige man in een café. Het slachtoffer ging vervolgens onverwacht in de avond bij donker naar de woning van de Arnhemmer. Daar haalde het slachtoffer iets uit zijn kofferbak en uitte opnieuw doodsbedreigingen terwijl hij naar de woning van de 41-jarige man liep. De rechtbank begrijpt dat de 41-jarige man daardoor dacht dat het latere slachtoffer een vuurwapen uit zijn kofferbak haalde. In werkelijkheid bleek dit een kettingzaag. De Arnhemmer rende naar boven. Daar hoorde hij dat het ruitje uit de voordeur werd geslagen. De rechtbank oordeelt dat er sprake was van een onmiddellijk dreigend gevaar dat het slachtoffer niet alleen de woning, maar ook het gezin van de 41-jarige man zou aanvallen. De Arnhemmer reageerde op deze aanval door zijn vuurwapen te pakken en daarmee naar beneden te gaan,. Vervolgens vuurde hij vrij snel nadat hij beneden was schoten af.