Op 15 mei 2018 vond op de Rijnkade in Arnhem een confrontatie plaats, waarbij het slachtoffer in zijn buik werd gestoken. Er zijn alleen bewijsmiddelen in de vorm van een aangifte, getuigenverklaringen en beeldmateriaal (waarop het steekincident zelf niet is te zien). Ander (forensisch) bewijs is er niet en het gebruikte mes is niet gevonden.

De verklaringen van de vrouw, haar zus en een vriendin staan lijnrecht tegenover die van het slachtoffer en de 4 mannen die bij hem waren. De rechtbank stelt vast dat de verklaringen van het slachtoffer en de  mannen op belangrijke punten tegenstrijdig zijn. Ook wijzigden de getuigen hun aanvankelijk afgelegde verklaringen op een later moment of zwakte hun verklaringen af. In de verklaringen van de vrouw, haar zus en de vriendin heeft de rechtbank geen tegenstrijdigheden kunnen ontdekken die maken dat hun verklaringen onbetrouwbaar zijn.

De rechtbank is er daarom niet van overtuigd dat de vrouw het slachtoffer met een mes heeft gestoken. De rechtbank spreekt de vrouw om die reden vrij.

De vrouw hoeft door de vrijspraak  geen schadevergoeding te betalen aan het slachtoffer.