Een inwoner die boven de winkel woont, spande het kort geding tegen La Colombe aan. De Arnhemmer bewoont het appartement al sinds 2013. In juni 2019 vestigde La Colombe zich in het winkelpand. Niet lang daarna begon de bovenbuurman zich tegenover La Colombe te beklagen over een hinderlijke geur. Volgens de bovenbuurman werd deze geur veroorzaakt door de geurkaarsen, etherische oliën en wierook die La Colombe in haar winkel verkoopt.

Omdat het partijen niet lukte om samen tot een oplossing te komen, spande de bovenbuurman het kort geding aan. De bovenbuurman eiste van La Colombe dat zij alle geurkaarsen, etherische oliën en wierook uit de winkel verwijderde totdat er bouwkundige maatregelen waren getroffen om de geurhinder voortaan te voorkomen.

Volgens La Colombe hangt er in en rondom de winkel juist een aangename geur. Van onrechtmatige hinder was volgens La Colombe geen enkele sprake.

De kortgedingrechter oordeelt dat de bovenbuurman voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van ernstige geurhinder. De buurman had namelijk 2 deskundigenrapporten overgelegd. La Colombe stelde daar alleen een korte verklaring van een aannemer tegenover waaruit volgens haar bleek dat geen sprake was van onrechtmatige geurhinder. Ook speelt volgens de kortgedingrechter mee dat de bovenbuurman er al woonde voordat La Colombe zich in het winkelpand heeft gevestigd.

De kortgedingrechter veroordeelt La Colombe om binnen 2 maanden bouwkundige maatregelen te treffen die een einde moeten maken aan de geurhinder. Als La Colombe dat niet doet, dan moeten alle geurkaarsen, etherische oliën en wierook uit de winkel totdat de maatregelen alsnog zijn getroffen. De kortgedingrechter gaat niet mee in het standpunt van de bovenbuurman dat La Colombe meteen alle geurkaarsen, etherische oliën en wierook uit de winkel moet verwijderen. Volgens de kortgedingrechter kon dat namelijk tot het faillissement van La Colombe leiden.