Laden...

Boetes moeder en dochter voor respectievelijk schenden beroepsgeheim en smaadschrift

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Boetes moeder en dochter voor respectievelijk schenden beroepsgeheim en smaadschrift
Zutphen, 19 december 2019

De politierechter veroordeelt een 61-jarige vrouw uit Harderwijk voor schending van haar beroepsgeheim. Haar 33-jarige dochter wordt veroordeeld voor smaadschrift. De politierechter legt geldboetes op van 400 en 350 euro.

De vrouw deelde informatie over een cliënt van haar oud-werkgever met haar dochter. Zo noemde zij de naam van de cliënt – die op dat moment door de wijk liep - en vertelde daarbij dat hij verstandelijk beperkt was en ooit strafrechtelijk was veroordeeld. Vervolgens plaatste haar dochter in een appgroep een bericht met foto’s en de naam van de man om buurtgenoten voor hem te waarschuwen.

Geen concreet gevaar

Volgens beide vrouwen was er sprake van gevaar voor hun (klein)kinderen en andere buurtkinderen, omdat de man zonder begeleiding door de wijk liep. Volgens de politierechter is hiervan geen sprake, want uit het dossier blijkt dat er wel degelijk begeleiding was. Er was dus geen sprake van concreet gevaar.

Smaadschrift

Voor de 33-jarige vrouw was er dus geen aanleiding om de buurt voor de man te waarschuwen. Zij wist ook dat de inhoud van het bericht onjuist en ongenuanceerd was. Volgens de politierechter maakt zij zich hierdoor schuldig aan smaadschrift.

Schending beroepsgeheim

Omdat er geen sprake was van concreet gevaar, stond de 61-jarige vrouw niet in haar recht om haar beroepsgeheim te schenden. Volgens de politierechter had zij ook op minder vergaande manier actie kunnen ondernemen. Zo lag het voor de hand dat de vrouw – als zij daadwerkelijk bezorgd was - om contact op te nemen met haar ex-werkgever om te bespreken of die zorgen wel terecht waren. Uit het dossier is in ieder geval niet gebleken dat de zorgen terecht waren.

De politierechter vindt dat de vrouw als hulpverlener in de zorg de verantwoordelijkheid heeft om zorgvuldig met patiëntengegevens om te gaan. Mensen in de samenleving moeten ervan uit kunnen gaan dat hulpverleners alleen informatie met anderen delen als dat echt noodzakelijk is. Als dat vertrouwen wordt geschaad, ontstaat het risico dat mensen die hulp nodig hebben geen hulp zoeken, met alle gevolgen van dien.

Te ver gegaan

De politierechter vindt dat beide vrouwen te ver zijn gegaan. Zij verklaarden allebei tijdens de zitting dat zij nog steeds vinden dat zij in hun recht staan. Volgens de politierechter moeten er daarom onvoorwaardelijke straffen volgen om zo duidelijk te maken dat de handelswijze van de vrouwen niet kan.

Uitspraken