De voorzieningenrechter oordeelt dat een schietincident als hier aan de orde zonder meer kan worden aangemerkt als een ernstige verstoring van de openbare orde. Volgens de voorzieningenrechter is de burgemeester daarom bevoegd was om tot sluiting over te gaan. Kijkend naar de ernst van het incident, de onrustgevoelens bij omstanders en omwonenden en de reeds aanwezige problemen in de wijk heeft de burgemeester bovendien kunnen besluiten dat sluiting voor de duur van 3 maanden noodzakelijk is om de openbare orde te herstellen.