Op 19 mei 2018 vond op een parkeerplaats aan de Waalhaven in Nijmegen een vechtpartij plaats. De inzittenden van een auto (bekenden van de man) kregen eerder een conflict met de inzittenden van een andere auto. Er vond een achtervolging plaats door Nijmegen. De man uit Oss was met enkele anderen aan de Waalhaven in Nijmegen. Toen de auto's daar aankwamen, ontstond er een vechtpartij. De man uit Oss trapte hierbij met zijn voet tegen het hoofd van het slachtoffer.

De rechtbank oordeelt dat de man zich niet schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag. De man trapte met zijn voet van boven naar beneden en raakte het slachtoffer met de zool van zijn schoen. Hierdoor kun je minder hard trappen dan wanneer je met een zwaaiende beweging trapt. Bovendien volgt uit het dossier niet waar de man het slachtoffer precies raakte. Om die reden bestaat er volgens de rechtbank geen aanmerkelijke kans dat het slachtoffer door de trap zou komen te overlijden. Wel oordeelt de rechtbank dat er een aanmerkelijke kans bestond dat het slachtoffer door de trap zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. De rechtbank vindt een poging tot zware mishandeling dan ook bewezen.

De vechtpartij vond bijna 3 jaar geleden plaats. De man zat 13 dagen in voorlopige hechtenis en werd daarna onder voorwaarden geschorst. In de tussentijd hield de man heeft zich aan de voorwaarden en werkte mee met de reclassering. Volgens de rechtbank hoeft de man niet opnieuw de gevangenis in. Wel vindt de rechtbank dat de man een taakstraf moet verrichten. Normaal gesproken is een taakstraf van 200 uur passend, maar omdat het hier om een oude zaak gaat legt de rechtbank een taakstraf van 160 uur op. De straf is lager dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank de man vrijspreekt van de poging tot doodslag.

Tot slot moet de man aan het slachtoffer een bedrag van 250 euro aan schadevergoeding betalen. Het slachtoffer had weliswaar op diverse plekken verwondingen, maar uit het dossier komt niet naar voren welk letsel precies door verdachte is toegebracht. Omdat de rechtbank aannemelijk vindt dat het slachtoffer door de trap enig letsel heeft opgelopen, oordeelt ze dat de man wel schadevergoeding aan het slachtoffer moet betalen.