Volgens de rechtbank demonteerde de oudste broer veel van de auto’s waarvan onderdelen zijn aangetroffen. De officier van justitie eiste dat de jongste broer zou worden vrijgesproken voor heling, omdat hij vooral de administratie van het bedrijf deed. De rechtbank gaat daar niet in mee. De jongste broer was 6 dagen in de week op de zaak. Daarbij hield hij zich bezig met de schoonmaak en verkoop van de gestolen onderdelen. Hij wist dus waar zijn broer mee bezig was en hielp hem daar ook bij. De rechtbank oordeelt dat de broers daarom allebei schuldig zijn aan heling. De rechtbank spreekt de jongste broer wel vrij van de heling van de Volkswagen Polo, omdat hij daar niet bij was.