Op 24 juli 2022 stak de vrouw het slachtoffer in Driel meerdere keren met een mes. De vrouw was zijn slaapkamer binnengedrongen en zei iets als: 'ik steek je dood'. Het slachtoffer liep onder andere 2 steekwonden op in zijn borstkast en linker bovenarm. 

Gezien het steken en wat de vrouw daarbij zei, vindt de rechtbank bewezen dat de vrouw opzet had op de dood van het slachtoffer. De rechtbank stelt verder vast dat de vrouw planmatig en weloverwogen te werk is gegaan. Daarom is sprake van voorbedachte raad. Voordat ze haar eigen woning in Apeldoorn verliet, nam zij video's  van zichzelf op waarin ze haar voornemen uitsprak om het slachtoffer te doden. Ze pakte een groot vleesmes en reisde vervolgens met het openbaar vervoer en aansluitend een taxi naar de woning van het slachtoffer. Toen ze daar arriveerde vroeg ze aan de taxichauffeur - die bij haar het mes had gezien - haar te vergeten. Daarna belde ze voor de zekerheid bij de woning van het slachtoffer aan om na te gaan of ze op het juiste adres was. Toen dat het geval bleek, drong ze de slaapkamer van het slachtoffer binnen – die zich op de begane grond bevindt - en viel ze hem aan. Het slachtoffer wist haar te overmeesteren en daardoor te voorkomen dat hij werd doodgestoken. 

Een psycholoog en een psychiater onderzochten de vrouw. Zij kwamen allebei tot de conclusie dat de vrouw aan meerdere stoornissen lijdt en adviseerden de rechtbank haar als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen. Ook gaven ze het advies haar een tbs-maatregel met voorwaarden op te leggen. De rechtbank neemt beide adviezen over. De tbs-maatregel met voorwaarden is aan de ene kant nodig om de maatschappij te beveiligen en aan de andere kant om de forse en complexe problematiek van de vrouw te kunnen behandelen.

Daarnaast vindt de rechtbank een celstraf van 4 jaar passend. De rechtbank weegt de verminderde toerekeningsvatbaarheid zwaarder mee dan de officier van justitie, die de - in dit geval maximaal mogelijke - 5 jaar gevangenisstraf eiste. De rechtbank vindt het verder belangrijk dat de vrouw - die eerst de gevangenisstraf zal moeten uitzitten - zo snel mogelijk een behandeling krijgt. Aan de andere kant is dat een hogere vrijheidsstraf dan de advocaat had voorgesteld. Die wilde dat de vrouw niet meer gevangenisstraf kreeg dan zij al in voorarrest had uitgezeten, zodat ze meteen met de behandeling zou kunnen beginnen. Maar daarvoor vindt de rechtbank het feit te ernstig. 

Ook legt de rechtbank vanuit veiligheidsoogpunt een zogenaamde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbenemende maatregel op. Of het nodig is die maatregel ook daadwerkelijk uit te voeren, beoordeelt de rechtbank tegen het einde van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf en tbs met voorwaarden.

Tot slot moet de vrouw nog een schadevergoeding betalen aan het slachtoffer van bijna 2.500 euro.