Op vrijdag 29 juni 2018 mishandelde de man op de parkeerplaats van de Albert Heijn in Tiel het 50-jarige slachtoffer. De 30-jarige man sloeg het slachtoffer tegen zijn hoofd, waardoor deze viel en met zijn hoofd de stoep raakte. Als gevolg van deze mishandeling liep het slachtoffer zwaar lichamelijk letsel op.

De 30-jarige man uit Almere kwam niet opdagen tijdens de zitting. Verder beriep hij zich bij de politie op zijn zwijgrecht. De rechtbank stelt echter op grond van de bewijsmiddelen - waaronder meerdere getuigenverklaringen - vast dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan deze mishandeling.

De rechtbank houdt bij de strafbepaling rekening met het zeer ernstige letsel dat het slachtoffer heeft opgelopen. Het slachtoffer is na de mishandeling geopereerd en vervolgens 16 dagen in een kunstmatige slaap gehouden. Het slachtoffer moest daarna nog lange tijd in het ziekenhuis en in een revalidatiecentrum doorbrengen. Ook op dit moment – ruim 2 jaar na de mishandeling – ondervindt het slachtoffer nog dagelijks de ernstige en ingrijpende gevolgen van het ontstane letsel. De man uit Almere heeft weliswaar geen opzet gehad op het toebrengen van dit letsel. Het slachtoffer is als gevolg van een kaakslag zeer ongelukkig ten val gekomen. Maar dit neemt niet weg dat het letsel niet was ontstaan zonder het gewelddadige gedrag van de man.

De rechtbank rekent de man zwaar aan dat hij zich na de mishandeling volstrekt onverschillig heeft getoond tegenover het slachtoffer. Hij neemt op geen enkele wijze verantwoordelijkheid voor zijn daden. Direct na de mishandeling is hij weggerend zonder zich ook maar een seconde te bekommeren om het slachtoffer. Ook in de periode na de mishandeling – toen duidelijk moet zijn geweest hoe ernstig en ingrijpend de (niet gewilde) gevolgen van zijn daad waren – en bij de inhoudelijke behandeling van de strafzaak heeft de man geen inspanning gedaan om zijn gedrag toe te lichten of vragen te beantwoorden. Daarmee heeft hij aangetoond geen medeleven met zijn slachtoffer te voelen.

Verder weegt de rechtbank in het nadeel van de man rekening mee dat hij in de afgelopen jaren al meerdere keren is veroordeeld voor (ernstige) geweldsfeiten. Daardoor ontstaat het beeld van een man die een lage drempel kent voor het gebruik van geweld. Dat is echt onacceptabel en vooral zorgelijk. Volgens de rechtbank doet de opgelegde straf meer recht aan het gebeuren dan de eis van de officier van justitie, die een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden had geëist.

Tot slot moet de man het slachtoffer een schadevergoeding van ruim 46 duizend euro betalen.