De zaken zijn niet binnen twee jaar afgedaan. Voor de mannen uit Raalte en Doetinchem oordeelt de rechtbank dat een deel van de overschrijding van de redelijke termijn te wijten is aan de advocaten. Tijdens de rechtszaak in januari 2024 brachten de advocaten naar voren dat er sprake was van een Duitse strafzaak. In verband met deze mededeling en het opvragen van stukken over de Duitse strafzaak is de zaak aangehouden, waardoor de overschrijding van de redelijke termijn verder opliep.
De rechtbank verbindt daarom geen consequenties aan de overschrijding. Dat geldt ook voor de Winterswijker, omdat de overschrijding niet groot is en al rekening is gehouden met het tijdsverloop.