In de vroege ochtend van 4 juni 2024 bliezen twee mannen de geldautomaat die aan de voorzijde van het restaurant in Tiel gevestigd zat met explosief poeder op. Daarbij is een bedrag van 45.760 euro weggenomen. In de taxi waarin twee van de drie mannen later die ochtend reden, zijn goederen aangetroffen die zijn gebruikt bij dan wel afkomstig zijn van de plofkraak, waaronder met inkt besmeurde bankbiljetten en bivakmutsen. Een van de mannen vluchtte de taxi uit nadat een motoragent een volgteken had gegeven. Bij zijn aanhouding korte tijd later had hij blauwe inkt op zijn hand. Op de twee bivakmutsen zat het DNA van respectievelijk de passagier van de taxi en een andere man.

Daarnaast is tijdens het doorzoeken van de taxi een explosief aangetroffen met 450 gram flitspoeder. Een van de mannen, die op de achterbank van de taxi zat, wordt door de rechtbank veroordeeld voor het beschikken over dit explosief.

De rechtbank is van oordeel dat er drie mannen bij de plofkraak betrokken waren. Twee mannen voerden de plofkraak uit en de derde man hielp door als chauffeur te fungeren van Amsterdam naar Tiel en terug. Het uitvoerende duo ging naar het pand, bracht het explosief tot ontploffing, namen het geld mee en zijn samen weggereden op een motor. De rechtbank vindt ten aanzien van deze twee mannen het medeplegen van de plofkraak en diefstal met braak bewezen. Wat betreft de chauffeur van de taxi vindt de rechtbank medeplichtigheid aan de plofkraak en diefstal met braak bewezen. De rechtbank is van oordeel dat bij de plofkraak geen sprake was van levensgevaar of gevaar voor zware verwondingen bij anderen. Van dat onderdeel spreekt zij de mannen dan ook vrij.

In de taxi en rond de plek waar de vluchtende passagier werd aangetroffen, heeft de politie een groot deel van de buit terug gevonden. Een bedrag van ruim 19.000 euro is echter nooit terug gevonden. De mannen moeten samen aan de eigenaar van het restaurant een schadevergoeding betalen van bijna 9,5 duizend euro.