De man verkocht aan een undercoveragent verschillende wapens en munitie en legde aan hem verklaringen af over zijn wapenhandel. De rechtbank oordeelt dat de verklaringen in grote lijnen betrouwbaar zijn, omdat ze op veel onderdelen worden bevestigd door andere bewijsmiddelen, zoals tapgesprekken. Tegenover de undercoveragent verklaarde hij dat klanten van hem weleens een ripdeal doen. Verder zou de man ook wapens leveren die door een kogelwerend vest schieten en dat maakt hem ‘geen flikker’ uit, omdat hij niet degene is die de trekker overhaalt.