Laden...

Demonstranten Extinction Rebellion veroordeeld voor acties bij ING Nijmegen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Gelderland > Nieuws > Demonstranten Extinction Rebellion veroordeeld voor acties bij ING Nijmegen
Arnhem, 09 april 2024

De politierechter veroordeelt 7 activisten van Extinction Rebellion voor lokaalvredebreuk (niet weggaan uit een gebouw na een vordering hiertoe namens ING Bank) en het onbruikbaar maken van de vloer naar aanleiding van demonstraties bij de ING Bank in Nijmegen in 2022 en 2023. De actievoerders krijgen allemaal voorwaardelijke geldboetes van 250 euro voor elke actie waarbij de demonstranten betrokken waren.  

De 7 activisten waren allemaal betrokken bij een actie bij de ING Bank op 22 april 2023. Zij ketenden zich vast met metalen buizen rondom een pilaar in het pand. De politie of brandweer moest er met een slijptol aan te pas komen om de activisten los te maken. De activisten waren in wisselende samenstelling ook betrokken bij acties op dezelfde locatie op 9 juli 2022, 29 oktober 2022, 29 juli 2023 en 18 augustus 2023. Bij alle acties ontstond enige vorm van schade aan de gietvloer. Het OM verweet de activisten dat zij zich schuldig maakten aan lokaalvredebreuk en vernieling, beschadiging dan wel onbruikbaar maken van de gietvloer. 

Demonstratiewijze is strafbaar

De centrale vraag waarover de politierechter zich moest buigen is hoe ver het demonstratierecht gaat. De activisten voerden aan dat sprake was van vreedzame demonstraties en beriepen zich op het demonstratierecht.

Hoewel de politierechter vooropstelt dat de vrijheid om te demonstreren een fundamenteel recht is, is dit recht niet absoluut. Ook gedragingen in het kader van een demonstratie kunnen strafbaar zijn als sprake is van 'laakbaar gedrag'.   

Doordat de demonstranten zich met metalen buizen om de armen aan elkaar vastmaakten rondom pilaren in het pand en geen gehoor gaven aan verschillende vorderingen om weg te gaan, moesten de demonstraties uiteindelijk met dwang worden beëindigd. De demonstranten moesten iedere keer van elkaar worden losgemaakt met een slijptol door de politie of brandweer, waarbij er een aanmerkelijke kans ontstond op schade aan de gietvloer. De politierechter oordeelt dat daarom sprake is van 'laakbaar gedrag' en dus van strafbare feiten, namelijk lokaalvredebreuk en het (tijdelijk) onbruikbaar maken en/of beschadigen van de vloer. 

Nauwe en bewuste samenwerking

De acties waren goed voorbereid en zijn gezamenlijk uitgevoerd. Zo lag er een plan om op de verschillende data met Extinction Rebellion-leden naar de ING Bank in Nijmegen te gaan. Verder spraken ze af wie zich vast zou ketenen, werd iemand aangesteld als contactpersoon voor de politie (politie liaison) en was het benodigde materiaal voorbereid en meegenomen. Volgens de politierechter is daarom sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking en is dus sprake van medeplegen. 

Strafbepaling

Bij het bepalen van de straf houdt de politierechter rekening met de omstandigheid dat de demonstranten nooit eerder een straf kregen voor dergelijke feiten. Ook mag het strafrechtelijk optreden van politie en justitie, van de beëindiging van de demonstratie tot en met een eventuele strafoplegging, niet zo ingrijpend zijn dat daarvan een afschrikwekkende werking uitgaat op personen die gebruik willen maken van hun demonstratierecht. Afhankelijk van het aantal keren dat demonstranten meededen aan demonstraties bij ING, komt de politierechter uit op voorwaardelijke geldboetes van 500 euro tot 1.250 euro per persoon (250 euro per keer).  Dit is in hoogte iets meer dan de eis van de officier van justitie (200 euro per keer), maar de politierechter legt de geldboetes geheel voorwaardelijk op. Volgens de politierechter sluiten deze straffen meer aan bij de straffen die eerder zijn opgelegd in vergelijkbare zaken. 

Schadevergoeding niet-ontvankelijk

ING bank vorderde tegen 2 demonstranten een schadevergoeding tot een bedrag van bijna 13 duizend euro. Deze schade had voornamelijk betrekking op scheuren in de vloer. Met betrekking tot de scheuren in de vloer is echter geen sprake van een bewezenverklaring van een vernieling of beschadiging. Om die reden verklaart de politierechter ING niet-ontvankelijk in deze vordering. 

Uitspraken