De mannen maakten deel uit van een groep van 4 die de overval pleegde. Op
20 februari 2020 reed de groep gezamenlijk naar het winkelcentrum, waarna 1 van hen met een masker en een mes naar de telefoonwinkel ging. De beide mannen bleven samen met een andere man wachten in de auto. De winkelmedewerker werd met het mes bedreigd en gedwongen de kluis te openen. Bij de overval maakte de groep tablets en een grote hoeveelheid mobiele telefoons buit. Vervolgens vluchtte de groep en werd een deel van de buit op een later moment verdeeld. De 19-jarige man bekende dat hij bij de overval betrokken was, terwijl de 21-jarige man alle betrokkenheid ontkende.

Hoewel 1 persoon de winkeloverval pleegde, oordeelt de rechtbank dat de beide mannen dusdanige grote rollen hebben gehad vóór, tijdens en na de overval dat zij kunnen worden aangemerkt als medeplegers. Beide mannen waren van begin af aan actief betrokken bij de overval.

De rechtbank neemt bij het bepalen van de straf in aanmerking dat de mannen berekenend te werk zijn gegaan door onder meer een medeverdachte te ronselen, deze een xtc-pil te geven en hem alle risico’s te laten lopen.

De rechtbank houdt bij de 19-jarige man rekening met zijn ontwikkelingsachterstand en het functioneren op een laag begaafd niveau. In lijn met het reclasseringsadvies past de rechtbank het jeugdstrafrecht (adolescentenstrafrecht) toepassen. Voor het voorwaardelijk strafdeel geldt een proeftijd van 2 jaar en hieraan zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Zo moet de man wonen in een beschermde woonvorm en behandeling. De voorwaarden gaan direct gelden, ook als hoger beroep tegen het vonnis mocht worden ingesteld.

Ten aanzien van de 21-jarige man ziet de rechtbank geen aanleiding om af te zien van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarbij speelt mee dat de man in 2018 al is veroordeeld voor een vermogensdelict en hij dus in herhaling is gevallen. De rechtbank legt daarom een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf op.

De medeverdachte die er van wordt verdacht de overval feitelijk te hebben uitgevoerd is door de rechtbank voor onderzoek en behandeling opgenomen in een Forensische Psychiatrische Afdeling. De behandeling van zijn zaak vindt plaats in 2021.

Het onderzoek tegen een vierde lid van de groep loopt nog.