De daders boden 1 van de slachtoffers een lift aan in de nacht van 1 januari 2019. Toen dit slachtoffer in hun auto stapte, bedreigden ze hem met een vuurwapen en een mes. Ze dwongen hem om te gaan pinnen. Vervolgens reden de daders met het slachtoffer naar het huis van een vriend van het slachtoffer Daar waren de 4 andere mannen. De daders bedreigden ook hen met het vuurwapen en het mes. Daarbij werd 1 van de slachtoffers 2 keer met een mes gestoken. Daarna moesten ook deze slachtoffers tegen hun wil met de daders mee om te gaan pinnen. Het gepinde geld, in totaal ongeveer 2 duizend euro, hielden de daders steeds voor zichzelf.

Eén van de daders ontkende geweld te hebben gebruikt. Hij stelde dat de slachtoffers vrijwillig geld voor hem en zijn mededader hebben gepind. De andere man ontkende iedere betrokkenheid. Hij zei dat hij bij vrienden verbleef op het moment van de misdrijven. De rechtbank vindt de verklaringen van de mannen ongeloofwaardig.

De rechtbank neemt het de mannen kwalijk dat zij geen openheid van zaken hebben gegeven. Daarnaast hebben zij een berekenende houding hebben laten zien bij de politie en tijdens de zitting. De daders nemen geen enkele verantwoordelijkheid voor hun daden. Zij hebben alleen aan hun eigen financiële belangen gedacht. Het duo is volledig voorbij gegaan aan de gevolgen die hun handelen voor de slachtoffers heeft. Beide daders hebben eerder geweldsmisdrijven gepleegd. Een langdurige gevangenisstraf is daarom op zijn plaats.

Tot slot moet het duo schadevergoedingen aan de slachtoffers betalen. Deze vergoedingen variëren  tussen de 2 duizend en 3.900 euro.