Op 23 maart 2017 werd bij de Rabobank in Aalten uit de bevoorradings- en onderhoudsruimte van de geldopnameautomaten een geldbedrag van bijna 99 duizend euro ontvreemd. Volgens de officier van justitie waren de mannen hier verantwoordelijk voor. 

De rechtbank spreekt de man uit Oosterhout, een voormalig onderhoudsmonteur, vrij van het stelen van dit geldbedrag. Op basis van het dossier kan de rechtbank namelijk niet vaststellen dat hij 1 van de daders is geweest. De man uit Oosterhout stelt dat hij werd ontvoerd op de dag van de diefstal bij de Rabobank en volgens de rechtbank kan niet worden aangetoond dat zijn verhaal niet klopt, zoals wel door het Openbaar Ministerie is gesteld. De rechtbank spreekt de man daarom ook vrij van het doen van valse aangifte. Ten slotte werd de man  verdacht van witwassen. De man verklaarde – evenals zijn partner – dat het door hem contant uitgegeven geld afkomstig was uit een spaarpot en dat zij na de ontvoering besloten om het geld uit te geven. De rechtbank kan niet uitsluiten dat het geld waarop de verdenking betrekking heeft een legale herkomst heeft. Daarom spreekt de rechtbank de man vrij van witwassen. 

Ook de man uit Arnhem wordt vrijgesproken van het stelen van het geldbedrag. Dat geldt niet voor de verdenking van witwassen. De man gaf bij de politie verschillende verklaringen voor het door hem contant uitgegeven geldbedrag en een contant op een bankrekening gestorte geldbedrag. Deze verklaringen zijn onvoldoende om het vermoeden van witwassen weg te nemen. Voor de veroordeling van het witwassen van ruim 15.000 euro legt de rechtbank een taakstraf van 100 uur op. Bij het bepalen van die straf houdt de rechtbank er onder meer rekening mee dat het om een oude zaak gaat. De man moet het witgewassen geldbedrag afdragen aan de staat.