De officier eiste een gevangenisstraf van 12 maanden. Het gaat hier om een ernstig feit, waarvoor de militaire kamer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend vindt. De militaire kamer legt echter een andere straf op, omdat zij rekening houdt met een aantal omstandigheden. Allereerst is de man niet eerder voor een strafbaar feit veroordeeld. Verder is de man door dit feit zijn baan kwijtgeraakt. Ook neemt de militaire kamer mee dat de man zijn leven inmiddels weer goed op de rit heeft en een nieuwe baan heeft gevonden. Tot slot gaat het hier om een relatief oud feit, dat eerder op zitting had moeten worden ingepland. Kijkend naar de voorgaande omstandigheden vindt de militaire kamer het niet wenselijk dat de man weer terug moet naar de gevangenis. In plaats daarvan legt zij een gevangenisstraf op die gelijk is aan het voorarrest, met daarnaast een taakstraf van 80 uur.