Volgens de militaire kamer zijn mensen in een boot op het water bijzonder kwetsbaar. Door een aan- of overvaring door een andere boot ontstaat niet alleen de directe kant op dodelijk letsel, maar ook de kans dat een boot zinkt of de opvarenden (al dan niet gewond of bewusteloos) te water raken en overlijden. De militaire kamer oordeelt dat de man door zijn gedrag – het met zijn boot met hoge snelheid, en in ieder geval zonder snelheid te minderen, op andere boten invaren en daarbij zelfs een boot heeft overvaren – willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaardt dat hij 1 of meer personen zou aanvaren die daardoor zouden komen te overlijden. Dat de man bij de politie verklaarde dat hij in zijn hoofd bezig was met zelfmoord doet daar volgens de militaire kamer niet aan af. Juist door met die intentie op anderen in te varen aanvaardde hij de kans dat de inzittenden van de andere boten hierdoor ook zouden overlijden. Daarmee de militaire kamer van mening dat de man zich schuldig heeft gemaakt aan poging doodslag.