Als een gemeente in afwijking van een bestemmingsplan een omgevingsvergunning verleent, moet worden gekeken of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent in dit geval dat er geen sprake mag zijn van onevenredige aantasting van de leefbaarheid van de woon- en leefomgeving. Het geschil spitst zich op de vraag of het plaatsen van een aggregaat, een voetgangersbrug, lichtmasten, camera's, een zendmast en het belemmeren van vrij uitzicht, leidt tot een onevenredige aantasting van de leefbaarheid van de woon- en leefomgeving van de omwonende. Ook maakte de omwonende zich zorgen over de sociale veiligheid en de afstand van de noodopvanglocatie tot veehouderijen in verband met gezondheidsrisico's.