De gemeente heeft een beleidsregel vastgesteld op grond waarvan studenten niet voor de energietoeslag in aanmerking komen. Dit beleid kwam tot stand naar aanleiding van het advies van minister Schouten (Armoedebestrijding, Participatie en Pensioenen). De minister adviseerde - ter bevordering van een uniforme uitvoering van de eenmalige energietoeslag - gemeenten via de landelijke richtlijnen om studenten als categorie uit te sluiten van het recht op een eenmalige energietoeslag. Daarvoor bestaat volgens de minister een gerechtvaardigde - en in principe ook juridisch houdbare - reden. De woonsituatie van studenten is namelijk zeer divers, ook voor wat betreft de energiekosten. Ongeveer de helft van de studenten woont nog thuis bij de ouders en heeft dus geen eigen energierekening. Voor een aanzienlijk deel gaat het bij uitwonende studenten bijvoorbeeld om kamerbewoners, met een huurprijs inclusief energiekosten. Vanwege deze diversiteit in woonsituatie acht de minister voor deze doelgroep de individuele bijzondere bijstand een geschikter instrument dan de categoriale bijzondere bijstand. Op deze wijze komt de financiële ondersteuning vanuit de bijzondere bijstand uitsluitend terecht bij de studentenhuishoudens die het daadwerkelijk nodig hebben.