De advocaat van de man deed een beroep op noodweer dan wel noodweerexces. De rechtbank verwerpt deze beroepen, omdat er geen sprake was van een wederrechtelijke aanranding van de man of zijn jongere broer. Er was dus geen noodzaak tot (zelf)verdediging.
Ook de advocaat van de 17-jarige jongen deed een beroep op noodweer. De rechtbank concludeert dat sprake was van een dreigende ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding, maar dat de jongen de confrontatie had kunnen en moeten onttrekken door weg te rennen. De jongen ging de confrontatie echter welbewust niet uit de weg.