De man reed op 22 juni 2024 rond 5 uur in de ochtend op de Nieuwe Ubbergseweg (N325) in Nijmegen. Hij reed tegen een fietser aan die overstak op een oversteekplaats ter hoogte van de Ubbergseweg. De fietser overleed aan de gevolgen van het ongeluk.

De Nieuwe Ubbergseweg is een provinciale weg waar een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur geldt. De rechtbank vindt bewezen dat de man minstens 95 kilometer per uur reed en dat de man op het moment van het ongeluk zich op de linker weghelft bevond. De man verklaarde dat hij met zijn auto aan het spelen was, omdat hij indruk wilde maken op een collega van hem die in een andere auto op de rechterweghelft reed. De rechtbank vindt dat het ongeluk aan de man te wijten is.

Volgens de rechtbank heeft de man roekeloos gereden op grond van artikel 5a van de Wegenverkeerswet doordat hij ernstig verkeersgevaarlijk gedrag heeft vertoond. De man hield onvoldoende rechts, haalde gevaarlijk in, overschreed in ernstige mate de maximumsnelheid, reed tegen het verkeer in, was onder invloed van alcohol en haalde in op een fietsoversteekplaats. Verder schond de man de verkeersregels opzettelijk en in ernstige mate. Dat het rijgedrag van de man gevaarlijk was blijkt ook uit het feit dat hij een aanrijding veroorzaakte, waardoor het slachtoffer overleed. 

De rechtbank legt de man een hogere straf op dan de officier van justitie eiste. De rechtbank vindt de geëiste straf te laag. De straf die ze oplegt is ook meer in overeenstemming met straffen in vergelijkbare situaties. Aan het voorwaardelijk deel van de straf verbindt de rechtbank een proeftijd van 3 jaar.