De man negeerde op 4 maart 2022 een stopteken van de politie op de A12. Daarop zette de politie de achtervolging in. De man reed vervolgens onder meer met snelheden van boven de 200 kilometer per uur, haalde in over de vluchtstrook en reed door rood. Tot 2 keer toe kwam hij in botsing met een andere auto, eenmaal gebeurde dat bijna. Na elke aanrijding reed hij door. Door zijn handelen ontstond levensgevaar voor overige weggebruikers.

Ondanks dat er levensgevaar ontstond voor overige weggebruikers vindt de rechtbank – in tegenstelling tot de officier van justitie – niet bewezen dat de man met zijn acties opzettelijk probeerde om de automobilisten waarmee hij (bijna) in botsing kwam te doden of hen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De reden hiervan is dat in het ene geval onvoldoende gegevens zijn om vast te stellen dat er een aanmerkelijke kans op de dood of zwaar lichamelijk letsel was. In een ander geval kan de rechtbank niet vaststellen of de man die kans aanvaardde. In het laatste geval neemt de rechtbank aan dat de man probeerde de botsing te vermijden, waardoor niet kan worden gezegd dat hij de aanmerkelijke kans op de dood of zwaar lichamelijk letsel aanvaardde. Ook bedreiging van een van de bestuurders vindt de rechtbank niet aan de orde omdat het doel van de man niet was om te bedreigen maar om uit handen te blijven van de politie.  

De rechtbank houdt er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de man al eens eerder is veroordeeld voor het rijden zonder rijbewijs. Volgens de rechtbank heeft de man ernstig roekeloos rijgedrag laten zien. Ze vindt de feiten te ernstig om met een voorwaardelijke celstraf of taakstraf te volstaan. Ook weegt de rechtbank mee dat de man een belast verleden heeft. Volgens de reclassering heeft hij een strak kader nodig waarbinnen hij kan worden verplicht mee te werken aan toezicht, behandeling en opvang. De rechtbank verbindt daarom bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijk deel van de gevangenisstraf, waarvoor een proeftijd geldt van 3 jaar.

De man mag ook voor de periode van 1 jaar geen motorvoertuig besturen.

De rechtbank legt verder apart werkstraffen op van in totaal 90 uur voor het rijden zonder rijbewijs op 4 maart 2022 en 2 keer eerder in 2021. 

Eén van de bestuurders van de aangereden auto's diende een vordering tot schadevergoeding in. De rechtbank verklaart deze benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering omdat deze onvoldoende is onderbouwd. 

De rechtbank verklaart de auto waarin de man op 4 maart 2022 reed verbeurd. Dat betekent dat de man de auto kwijt is. Dit geldt ook ten aanzien van een auto die in 2021 onder de man in beslag werd genomen nadat hij was betrapt op het rijden zonder rijbewijs.